De donkere en de lichte huid in de praktijk
Iedereen heeft een andere huidskleur, of we nou Nederlands, Chinees of Afrikaans zijn. Het onderlinge verschil tussen een donkere of een lichte huid heeft te maken met de melanocyten. Melanocyten maken melanine, dit zijn een groep van zwarte, rode, gele of bruine pigmenten. Het aantal melanocyten is bij elke huidskleur hetzelfde, echter bij een donkere huid zijn de melanocyten groter, ze zijn sterker vertakt en ze bevatten meer melanine. We delen de verschillende huidtypes in: Fitzpatrick 1 tot en met 6.
Verschillen
Het melanine in de huid beschermt ons tegen UV stralen. Een donkere huid is compacter, omdat de cellen steviger met elkaar verbonden zijn, en de huid absorbeert minder UV waardoor deze beter beschermt is tegen verbranding en huidkanker. Dit wil niet zeggen dat een donkere huid nooit beschermt hoeft te worden, want ook deze huid kan verbranden. Daarom geldt voor elke huid een goede beschermingsfactor.
Wanneer we verschillende huidskleuren behandelen, moeten we alert zijn dat huidziekten zich anders manifesteren op een gepigmenteerde huid. Doordat deze huid compacter is blijven blaasjes, bijvoorbeeld bij waterpokken, langer bestaan en kunnen ze op papels lijken. Het heeft ook tot gevolg dat krabben en wrijven, bijvoorbeeld van een jeukende eczeemplek, in een donkere huid eerder tot vergroving (lichenificatie) leidt, terwijl een lichte huid eerder kapot gekrabd kan worden.
Bij een donkere huid is roodheid (erytheem), een belangrijk kenmerk van inflammatoire huidafwijkingen, niet of nauwelijks zichtbaar. Erytheem lijkt grijs/paars in plaats van rood. Het is daarom belangrijk om de huid te voelen (palperen). Een ontstoken huid voelt warm en vaak iets verdikt aan. Wanneer we dit constateren, mogen we deze huid niet behandelen.
In de donkere huid ontstaat sneller overmatig littekenweefsel (keloid), bijvoorbeeld na een chirurgische ingreep of een wond. Keloid ontstaat vooral in het zogenaamde stolagebied, dat reikt van de oorlellen tot aan de schouders, bovenarmen, bovenrug en borst.
Huidafwijkingen zijn in een donkere huid vaker rondom haarzakjes (folliculair) gerangschikt, vaker ringvormig (annulair) en er zijn vaker bultjes te zien (papuleus, bijvoorbeeld bij eczeem).
In een donkere huid treedt vaker pigmentverschuiving op dan in een lichte huid. Hyperpigmentatie treedt op als de epidermis dikker wordt en meer met pigment beladen cellen boven elkaar liggen, zoals bij lichenificatie.
Pigmentatie
Hyperpigmentatie is een veel voorkomend probleem bij ontstekingen in de huid. Hierbij ‘lekt’ pigment de dermis in doordat de ontsteking, bijvoorbeeld bij eczeem, de samenhang van het basaalmembraan verstoort. Na het harsen kan er ook een pigmentverschuiving optreden doordat de opperhuid iets beschadigd raakt. Vaak gaat dit samen met zonnen direct na het harsen. Een laser absorbeert bij een donkere huid meer pigment, waardoor er eerder hyperpigmentatie kan ontstaan. Bij een huidtype (fitzpatrick) hoger dan 4 is het afgeraden om bepaalde lasers te gebruiken.
Depigmentatie wordt gezien bij extreme afschilfering, zoals bij agressieve therapie van psoriasis. Ook zien we het als de melanocyt vernietigd wordt door auto-immuniteit (afbraak door het eigen afweersysteem) bij vitiligo of door toxische stoffen. Ook kan de pigmentsynthese geremd worden, zoals bij pityriasis versicolor.
Zowel op het eerste oog zijn alle huidskleuren anders, maar ook in de praktijk zien we een groot verschil tussen al deze huidtypes. We zijn allemaal uniek en dit vraagt ook om een individueel advies en behandeling.