In steeds meer (wetenschappelijke) tijdschriften en kranten verschijnen artikelen van artsen en onderzoekers waarin een pleidooi wordt gedaan voor vitamine D in de strijd tegen COVID-19. Volgens experts is de kans dat je een corona-besmetting oploopt kleiner en als je tóch ziek wordt kan de ziekte minder ernstig verlopen.

Een lage vitamine D-spiegel is een serieuze risicofactor, zo stelt Maarten Klatte in zijn artikel in het Tijdschrift voor leefstijlgeneeskunde. “De laatste decennia is de kennis over vitamine D enorm toegenomen. Opleidingen benadrukken vaak dat te veel vitamine D gevaarlijk is. Het is een vetoplosbare vitamine en kan stapelen in het lichaam. Maar dit is vooral theoretisch. In de laatste twintig jaar heb ik bij vrijwel al mijn patiënten de vitamine D-spiegel laten bepalen. Niet één keer heb ik een waarde gezien hoger dan de bovengrens (250 nmol/L), maar wel duizenden uitslagen met te lage waarden”, ze stelt Klatte.

Bij een voldoende concentratie blijkt vitamine D een aantal vitale functies te vervullen. Dit pro-hormoon activeert genen die bepalend zijn voor gezonde groei, cel-differentiatie, de vorming van nieuwe bloedvaten, apoptose (natuurlijke celdood), insulineproductie, de werking van het immuunsysteem en de regeneratie van de binnenbekleding van de bloedvasteen, waardoor er minder kans is op vorming van microstolsels. Vooral deze laatste twee werkingen zijn van belang bij COVID-19. “Stel dat er één enkel medicijn werd ontwikkeld met al deze gunstige effecten, dan zou dat miljarden waard zijn. De ironie is dat we dit ‘medicijn’ al aan boord hebben. Het heet vitamine D! Als je dan ook nog vaststelt dat het geen bijwerkingen heeft en gratis is (tweemaal daags 15 tot 20 minuten in de zon) dan is het voor mij moeilijk te begrijpen dat we onze tijd verdoen met gekibbel over mondkapjes”, schetst Klatte.

Ook professoren, experts en doktoren betogen woensdag dat mensen preventief vitamine D zouden moeten slikken tegen het coronavirus, zo lezen wij in een artikel van Het Parool van 28 oktober jl. “Waarom zou je in vredesnaam géén vitamine D slikken?” verklaart hoogleraar immunologie van de Wageningen Universiteit Huub Savelkoul stellig.

 

“Er zijn zoveel aanwijzingen in de wetenschappelijke literatuur dat vitamine D helpt tegen corona.” Het is bewezen dat vitamine D helpt tegen luchtweginfecties. En er is nu ook ‘een studie die wetenschappelijk bewijst dat vitamine D kan bijdragen aan een minder ernstig beloop van corona’. “Dus ik raad iedereen aan om vitamine D te slikken.”

Savelkoul krijgt bijval van collega-hoogleraar Harry Wichers: “Het is heel eenvoudig: vitamine D nemen verbetert de weerstand en verlaagt de kans dat je een corona-infectie oploopt. Waarom zou je het dan in godsnaam niet slikken?” zegt de Wageningse expert, gespecialiseerd in hoe je met voeding het immuunsysteem kunt beïnvloeden. Uit nieuw Spaans wetenschappelijk onderzoek waarbij één groep vitamine D kreeg en de andere niet, blijken forse verschillen. Van de groep van vijftig personen die een hoge dosis vitamine D kreeg, belandde er één op de IC en overleed niemand. Van de groep van 26 personen die géén vitamine D kreeg, overleden twee personen en kwamen er dertien op de intensive care. “Dit is het eerste formele bewijs dat vitamine D COVID-19 minder ernstig maakt,” aldus Savelkoul, die wel benadrukt dat het om een kleine studie gaat.

De Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT) heeft een expertmeeting gehouden over onder meer vitamine D en stelt vervolgonderzoek in vanwege de gunstige resultaten. “Er zijn aanwijzingen dat ziektes bij mensen met ernstig vitamine D tekort ernstiger verlopen,” verklaart longarts en NVALT-voorzitter Leon van den Toon. “Dus de hoop is dat aanvulling tot een minder ernstig beloop van Covid lijdt. Het is nog te vroeg om vitamine D toe te dienen in de behandeling, maar preventief een kleine hoeveelheid vitamine D slikken dat kan wel.”

Volgens Savelkoul en collega-wetenschappers zijn er nu zoveel aanwijzingen dat vitamine D een gunstige rol kan spelen, dat het zonde is om eerst nog meer wetenschappelijke studies af te wachten. “Normaal werkt het in de geneeskunde zo dat je een stuk of twintig studies hebt, daar een meta-analyse van maakt en als het dan nog stand houdt, dan gelooft men het.” Dat is volgens de hoogleraar ‘op zich goed, maar kost verrekte veel tijd’. “Dat onderzoek kost misschien wel twee jaar de tijd en in de tussentijd gaan er ontzettend veel mensen dood.”

 

Gerelateerde berichten