Ieder jaar worden we in de ‘donkere maanden’, ziek van rondwarende griepvirussen. Deze behoren tot de Influenza virussen, die onderverdeeld worden in verschillende typen: A, B en C. Influenza A kent weer subtypen die benoemd worden naar twee oppervlakte-eiwitten op het virus, namelijk hemagglutinine H en neuraminidase N, en heten dan bijvoorbeeld H1N1 of H3N2. De types A en B veroorzaken de jaarlijkse griepproblemen, type C levert weinig symptomen op en leidt niet tot een epidemie. Type A influenza kan mensen bereiken via wilde vogels die geïnfecteerd zijn en er zelf weinig last van hebben; dan heet het vogelgriep. Type B wordt alleen tussen mensen overgedragen. Omdat de virussen zo snel muteren, veranderen dus, is het moeilijk te voorspellen welk griepvirus tot de jaarlijkse griepgolf zal gaan leiden.

Griepsymptomen
De griepvirussen infecteren de slijmvliezen van neus, mond en ogen meestal via de lucht; maar ook aanraking met de handen kan het virus op deze plaatsen overdragen. Handen schudden met iemand die net gehoest, geniest of gesnoten heeft kan dus riskant zijn. De incubatieperiode (de periode totdat je ziek wordt) is 1 tot 5 dagen. Griepsymptomen ontstaan plotseling en beginnen met keelpijn en neusverkoudheid, gevolgd door malaise, koorts, spierpijnen, hoofdpijn en hoesten. Je bent besmettelijk vanaf de dag voordat je ziek wordt tot 5-7 dagen na het begin van de symptomen. Herstel treedt meestal binnen 1 tot 3 weken op. Vooral mensen met verminderde weerstand kunnen complicaties krijgen in de vorm van een bacteriële infecties, met het risico van overlijden.
Wetenschappers vragen zich al jaren af waarom wij juist in de koude periode bevattelijk zijn voor griep. Een van de hypothesen is dat wij in die periode, zeker in noordelijke landen zoals Nederland, geen vitamine D aanmaken. De zonkracht is er niet groot genoeg voor, want deze moet minstens 3 zijn en deze zonkracht krijgen wij alleen tussen mei en september. Daarnaast verblijven veel mensen ook in de winterperiode binnenshuis. Vitamine D is erg belangrijk voor een goed functionerend immuunsysteem en hiermee voor onze bescherming tegen virussen. De hypothese is dus dat als wij te weinig vitamine D hebben, wij vatbaarder zijn voor (virus)infecties. Ook de darmmicroben blijken ons via het immuunsysteem te kunnen beschermen tegen infecties.

Goede voorbereiding
Wanneer het griepseizoen in aantocht is, is het zaak je voor te bereiden. Je kunt namelijk veel doen om griep te voorkomen en om sneller te genezen als je aangestoken bent. Van oudsher weten we dat hygiënische maatregelen de eerste en allerbelangrijkste stappen zijn om infectieziekten in te dammen. Helaas wordt hier bitter weinig aandacht en opvolging aan gegeven. En dat terwijl het zo eenvoudig is.

Hygiëne is dus nummer 1:
• Dagelijks regelmatig de handen wassen met water en zeep, en goed afdrogen.
• Handen geven en zoenen vermijden met mensen die griepsymptomen vertonen. Er zijn vele andere aangename manieren om iemand te begroeten. Vermijden om je gezicht met je handen aan te raken (hetgeen een gewoonte van veel mensen is)
• Deurknoppen en gebruiksvoorwerpen die van ‘hand tot hand’ gaan desinfecteren

Goed voor je weerstand zorgen is nummer 2:
• Veel groenten en fruit eten: rijk aan vitaminen en bioactieve stoffen die het immuunsysteem versterken. Vezels in plantaardig voedsel, en ook gefermenteerd voedsel zoals zuurkool, en gefermenteerde zuivel- en sojaproducten, zijn erg behulpzaam om via de darmmicroben het immuunsysteem te balanceren. Alle (zoete en hartige) extra’s, frisdrank, alcohol, drugs en tabak laten staan.
• Voldoende slaap nemen door op tijd naar bed te gaan. Een goede slaap is gunstig voor het immuunsysteem, terwijl slaaptekort je vatbaarder maakt.

Luisteren naar je lichaam is nummer 3:
• Als je begint ziek te worden, neem dan rust en blijf niet doorrennen. Je lichaam laat je namelijk door de klachten van moeheid, malaise en de andere verschijnselen weten dat de balans verstoord is, en dat er rust, reinheid en regelmaat nodig is. Tijdig voor jezelf zorgen maakt dat je veel sneller herstelt, en tevens dat je andere mensen niet aansteekt

Ondersteunende middelen gebruiken is nummer 4:
Deze worden vaak als niet bewezen van de hand gewezen. Onderzoek laat echter zien dat ze wel degelijk effect hebben. Bovendien hebben ze geen bijwerkingen. Om enkele voorbeelden te geven:
• Extra vitamine D als de ‘r’ in de maand is, helpt lage luchtweginfecties voorkomen. Een dosering van 2000 IE vitamine D3 voor volwassenen wordt aanbevolen
• Rode zonnehoed ofwel Echinacea purpura werkt goed bij influenza
• Vitamine C versterkt het immuunsysteem tegen infecties. Je kunt denken aan een dosering van 1000 tot 3000 mg voor volwassenen