Het tekenseizoen is weer begonnen, wat nu? (deel II)
In het vorige artikel heb je kunnen lezen welke bacterie verantwoordelijk is voor de ziekte van Lyme, wat de symptomen van Lyme zijn en in welke stadia je deze kunt onderverdelen. In het tweede en laatste deel van dit artikel bespreken we de diagnose en behandeling van Lyme, krijg je praktische tips hoe je tekenbeten kunt voorkomen en uitleg over het verwijderen van een teek.
Om de bewustwording rondom de ziekte van Lyme, het gevaar en het leed dat Lyme met zich meebrengt te vergroten, wordt ieder jaar wereldwijd de maand mei uitgeroepen tot Lyme Awareness maand. Nog steeds worden heel veel mensen gebeten door een teek, met soms heel vervelende consequenties. Enkele harde cijfers en feiten: ruim 1 miljoen mensen in Nederland worden per jaar gebeten door een teek, waarvan 20 tot 25 procent van de teken besmet is met de Lymebacterie. In 40% van alle ziekte van Lyme-gevallen is er geen rode kring of vlek aanwezig of wordt deze niet opgemerkt. Een rode kring of vlek kan betekenen dat je de ziekte van Lyme hebt opgelopen.
Nog geen vaccin tegen Lyme
Als je gebeten bent door een teek en je ziet de kenmerkende vlek of ring moet je direct naar de huisarts gaan! Dit is namelijk kenmerkend voor de ziekte van Lyme en je krijgt dan antibiotica voorgeschreven. In een vroeg stadium is een kuur met antibioticatabletten voldoende. Niet iedereen krijgt echter zo’n vlek of ring en merkt vaak niet eens op dat ze door een teek zijn gebeten. In dat geval is het lastig de diagnose te stellen, temeer de klachten ook bij andere ziektebeelden passen. Door verder te spitten en te kijken naar de combinatie van je klachten, de ziektegeschiedenis, je gedrag (of je bijvoorbeeld veel in de natuur komt) en eventuele bloedwaarden, kan de diagnose gesteld worden. Als je overigens de ziekte al eens hebt gehad, kun je het gewoon opnieuw krijgen. Met andere woorden: je bent niet immuun voor Lyme als je het al eens hebt gehad. Helaas is er voor Lyme nog geen vaccin.
Voorkomen is beter dan genezen
Het is niet altijd makkelijk om een tekenbeet te voorkomen en teken hebben ook zo hun voorkeur. Net als bij muggen eigenlijk. Een aantal tips om het risico op een tekenbeet te minimaliseren:
– Ga je wandelen in het bos of duinen? Zorg voor goed bedekkende kleding en het liefst lichtgekleurd, zodat de beestjes goed zichtbaar zijn.
– Blijf op de paden en ga niet door struiken en planten lopen.
– Draag een pet, want teken kruipen vaak op het hoofd en in de nek.
– Zorg dat je huisdieren teekvrij blijven, zij nemen ze vaak mee. Hiervoor zijn bij de dierenarts of dierenspeciaalzaak goede middelen verkrijgbaar.
Favoriete plekken van de teek
Teken komen overal in de natuur voor en zijn het meest actief van maart tot november. Als je dus buiten bent geweest, een wandeling door het park hebt gemaakt of gewoon in je tuin hebt gewerkt, controleer jezelf dan op teken. Juist omdat je het niet voelt als je gebeten bent, is het belangrijk om je lichaam na te kijken. In principe kan een teek zich op elke plek op je lichaam vastbijten en volzuigen met bloed, maar ze hebben wel hun favoriete plekjes. Kijk vooral op warme, vochtige plekken zoals oksels, liezen, knieholtes, bilspleet en vooral bij kinderen ook op het hoofd, bij de haargrens en achter de oren.
Hoe verwijder je veilig een teek?
Heb je een teek? Verwijder deze dan meteen, want als dit binnen de 24 uur gebeurt, is de kans dat je besmet wordt klein. Verdoof of ontsmet de teek niet met alcohol, olie of andere middelen, want daardoor wordt het risico op besmetting groter. Grijp de teek met een tekentang of een pincet. Neem de teek vast bij de kop, zo dicht mogelijk tegen de huid. Trek hem voorzichtig in een rechte beweging uit de huid en zorg ervoor dat je zijn lijf niet samenknijpt. Maak na het verwijderen van de teek het wondje schoon met water en zeep en ontsmet het daarna met een product op basis van alcohol (70 %) of op basis van chloorhexidine. Noteer vervolgens de datum van de tekenbeet. Eventuele symptomen in geval van besmetting kunnen pas een hele tijd later optreden.