Ook nagellak is trendgevoelig. Dat zoiets kleins kan zo groot kan zijn…. Ik heb zo mijn eigen trend wat betreft nagellak. Voor mij waren mijn korte, enigszins brede nagels absoluut iets “groots”. Toen ik voor het eerst nagellak had aangebracht, ik weet niet eens meer hoe oud ik was, dacht ik dat mensen op een kilometer afstand al konden zien dat ik een lakje op had gesmeerd. Niet omdat ik een opvallende kleur had gebruikt of het zo slordig had aangebracht, maar meer omdat ik zelf de nadrukkelijke aanwezigheid van die verf op mijn nagels zo goed kon voelen.

Ik vond het maar niks… Ik ben als kind altijd een nagelbijter geweest. Niet zozeer tot er niks meer over bleef, maar ik had meestal geen zin om keurig de nageluiteinden te verwijderen met een nagelknippertje. Dit ging veel sneller. Mijn vingers kon ik mooi verbergen in een pleister en de koude wintermaanden, waarbij het geoorloofd is om wanten en handschoenen te dragen, waren natuurlijk helemaal ideaal.

Toen ik voor het eerst nagellak had aangebracht, ik weet niet eens meer hoe oud ik was, dacht ik dat mensen op een kilometer afstand al konden zien dat ik een lakje op had gesmeerd. Niet omdat ik een opvallende kleur had gebruikt of het zo slordig had aangebracht, maar meer omdat ik zelf de nadrukkelijke aanwezigheid van die verf op mijn nagels zo goed kon voelen. Ik vond het maar niks…

Zo’n zelfde ontwikkeling maakte ik door toen ik kunstnagels ontdekte. Ik had door het bijten en scheuren (dankzij een verbouwing in onze woning) zulke trieste, stompige vingers overgehouden, dat ik wel eens een mooie set acrylnagels wilde proberen. Na een bezoekje aan de plaatselijke nagelstyliste ging ik vol trots, met vingers die centimeters langer leken dan anderhalf uur daarvoor, huiswaarts. Ook het thuisfront reageerde enthousiast. Maar eenmaal in de “echte” buitenwereld wilde ik mijn vingers maar wat graag verstoppen, want iedereen op straat vroeg zich natuurlijk af waar die nagels met dat vrouwtje naar toe gingen… En geloof me, ik ben geen klein vrouwtje.

Inmiddels is dat wel anders. Vele tinten roze, korte nagels, lange stiletto’s en zo nu en dan een uitstapje naar een opvallende kleur later, maakt het me niet meer uit welke kleur er op zit, of het kunst of echt is, als het maar bij me past. En als het er maar verzorgd uitziet.

Wat de kleuren in Lakland betreft kunnen we het komend seizoen weer volop genieten van vrolijke lakjes als geel, roze, oranje, groen en het vertrouwde paars. Ook nudetinten in verschillende kleurnuances zijn volop verkrijgbaar. Zelfs op het gebied van nailart kun je zelf al veel fröbelen. Je kunt je maar uitleven. En wat betreft het volgen van trends in nagellak: zwart is al lang niet meer alleen voor rockers of gothics. Niemand kijkt meer op van een tiental zorgvuldig zwartgemaakte nagels. Zwart mag te allen tijde. En ging je rond de paasdagen voor vrolijk geel, kies je op Koninginnedag voor fris oranje. Ik ben al lang niet meer opvallend met lichtroze…

Bewaar nagellak in de koelkast om ze zo lang mogelijk goed te houden. Houd een flesje nagellakverdunner paraat, om zo nu en dan een druppeltje hiervan toe te voegen aan je favorieten, als die inmiddels weer aan de stroperige kant zijn geworden. Ikzelf ben erg zuinig op mijn verzameling. Natuurlijk kun je een goedkoop flesje gewoon vervangen voor een nieuwe, maar de wat duurdere exemplaren wil je toch zo lang mogelijk houden. Nagellakverdunner is in diverse merken verkrijgbaar bij de betere drogist of parfumerie.

Dit artikel is geschreven door Sonja Heijdeman- Hakkers

Overige experts

Bekijk al mijn artikelen

Gerelateerde berichten