De Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) heeft een richtlijn opgesteld voor het gebruik van rimpelvullers. Volgens Michel Cromheecke, plastisch chirurg en secretaris van de vereniging, was een richtlijn hard nodig omdat er een grijs gebied bestaat waarin winstbejag de drijfveer van sommige artsen is en patienten grote schade lijden.

Volgens Cromheecke is er de laatste jaren een explosieve groei van het aantal mensen dat vraagt om een rimpelbehandeling. Ze zijn daarbij vooral op zoek naar goedkope oplossingen. Een wildgroei aan middelen om de rimpels weg te spuiten, is daarvan het gevolg.

Volgens de plastisch chirurg ontstaan daardoor drie problemen. In de eerste plaats is van veel middelen nauwelijks onderzocht wat de effecten ervan zijn op de mens. Er is geen proefdier- of ander serieus onderzoek gedaan naar de uitwerking. Wel komt er steeds meer bewijs dat de middelen optische en gevoels-oneffenheden alsmede huidverkleuringen en ontstekingen veroorzaken.

Het tweede probleem is dat de middelen meer beloven dan dat ze kunnen waarmaken. Ten slotte wordt de behandeling vaak uitgevoerd door mensen die de handeling van het injecteren weliswaar technisch goed beheersen, maar onvoldoende weten over alternatieve behandelingen en onvoldoende de eventuele complicaties kunnen behandelen.

De richtlijn, die is opgestuurd naar de Inspectie, stelt dat de vulmiddelen beter moeten worden onderzocht. Daarnaast moet elke behandeling worden geprotocolleerd en zouden dergelijke behandelingen alleen mogen worden uitgevoerd door artsen die voldoende weten over behandelalternatieven en behandeling van de eventuele complicaties.

Gerelateerde berichten