Botuline toxine (in de volksmond ook wel Botox genoemd) wordt al zo’n 40 jaar gebruikt om door middel van injecties spieren tijdelijk “slapper” te maken. Aanvankelijk werd het alleen toegepast voor medische aandoeningen zoals spierspasmen, maar sinds de 90er jaren ook ter verfraaiing van het uiterlijk en het verminderen van rimpels. Sindsdien is botuline toxine wereldwijd enorm populair geworden en heeft het zich bewezen als zeer effectief en veilig, mits op de juiste wijze toegediend.

Nieuwe richtlijnen voor gebruik van botuline toxine

Als Botuline toxine niet op de juiste manier en in de juiste dosering wordt toegepast kan het tot complicaties leiden, zoals hangende wenkbrauwen, ogen die niet meer open kunnen en een lach die lijkt op het beeld van een beroerte. De behandelend arts is verantwoordelijk voor het eindresultaat en daarom is, volgens de NVCG, een goede standaardisering voor de behandelingen essentieel om zo de risico’s op complicaties te minimaliseren.  

Deze maand legden zij de laatste hand aan een uitgebreid document waarin de do’s en don’ts van het gebruik van botuline toxine (in de volksmond ook wel Botox) uitvoerig worden beschreven. Deze nieuwe nationale standaard werd vorige week gepubliceerd in het NVCG tijdschrift en geldt als referentie literatuur voor medisch specialisten en cosmetisch artsen die botuline toxine voor cosmetische doeleinden gebruiken. “Deze consensus zoals vastgelegd in dit 53 pagina’s tellende document is uniek en noodzakelijk voor betrouwbare kwaliteit”, aldus drs. Jani van Loghem, vice-voorzitter van de NVCG, en auteur van deze standaard.Niet eerder werkten er artsen vanuit zoveel verschillende disciplines en diverse landen mee aan een dergelijk document.  De cosmetisch artsen van de NVCG werkten in dit kader samen met dermatologen, plastisch chirurgen, KNO artsen en oogartsen.