Een jaar geleden startte de RIVM met een onderzoek naar risicovolle behandelingen bij schoonheidsspecialisten. Onder andere ANBOS en Beauty Trade Professionals (BTP) werkten aan het onderzoek mee. Na alle commotie en onzekerheid over IPL /laser, was de start van dit onderzoek opnieuw onzekerheid. Want wat als er naar aanleiding van dit onderzoek ook uit zou komen dat schoonheidsspecilaisten bijvoorbeeld geen peelings, microdermabrasie of microneedling mogen uitvoeren? Zover komt het niet… in ieder niet op basis van dit onderzoek.

Uitkomsten
Als we eerlijk zijn: het rapport zegt niet zoveel. Het blijkt namelijk ook dat  er ‘in het veld’ geen overzicht van registraties of meldingen van nadelige effecten ten gevolge van risicovolle behandelingen in schoonheidssalons zijn. Niemand heeft ooit voor deze behandelingen een melding gekregen dat er iets is misgegaan… Geen reden dus om iets bij de schoonheidsspecialist weg te halen. Maar wat er wel gedaan zal worden met de uitkomsten van het onderzoek zullen we moeten afwachten.

Beschermde titel
De vakbekwaamheid van de schoonheidsspecialist is een belangrijk punt in het rapport. Er werd dan ook aangehaald: ‘Met het intrekken van de Vestigingswet in 2007 is er onduidelijkheid in het vakgebied geïntroduceerd. De Vestigingswet garandeert dat er een beroepsbekwaamheid is bij een ondernemer en die garantie is nu weggevallen voor het beroep schoonheidsspecialist. Het veld geeft daarom aan dat het wenselijk is dat schoonheidsspecialist weer een beschermde titel wordt. Daarnaast is door meerdere veldpartijen opgemerkt dat een behandelaar aan meer eisen zou moeten voldoen om zich schoonheidsspecialist te mogen noemen. Dit geldt vooral voor schoonheidsspecialisten die behandelingen uitvoeren die mogelijk risicovol zijn.

EENS!
Uiteraard zijn wij het er volledig mee eens dat je deze behandelingen uitsluitend mag uitvoeren indien je goed opgeleid bent. Zal schoonheidsspecialist straks weer een beschermde titel worden? We zijn benieuwd…

Waarom werd er een onderzoek ingesteld?
Nog even het waarom van dit onderzoek. Sommige behandelingen in schoonheidssalons brengen risico’s met zich mee, waardoor bijvoorbeeld roodheid, zwelling of littekenvorming kan ontstaan. Het is onduidelijk of en hoe vaak dergelijke effecten optreden. Sinds de introductie van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) in 2016 is de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) verantwoordelijk voor het toezicht op schoonheidssalons. IGJ wil daarom meer zicht krijgen op de risico’s van behandelingen uitgevoerd in schoonheidssalons.

Doel van het onderzoek
Het doel van de inventarisatie is om inzicht te krijgen in welke behandelingen mogelijk risicovol zijn en wat de risico’s inhouden. Om deze vraag te beantwoorden vond een inventariserend onderzoek plaats onder veldpartijen aangevuld met een literatuuronderzoek. Hierbij werden de volgende vragen geïnventariseerd:
• Welke behandelingen, uitgevoerd in schoonheidssalons, zijn risicovol?
• Welke nadelige effecten kunnen optreden ten gevolge van risicovolle behandelingen?
• Welke maatregelen kunnen het risico op nadelige effecten beperken?

Overige conclusies
Er werd een en ander in kaart gebracht. Dit is op de website van RIVM terug te vinden. Maar heel schokkend was het niet. Uit het onderzoek kwamen ook nog de volgende conclusies:
• De meeste nadelige effecten ten gevolge van risicovolle behandelingen ontstaan kort na de behandeling (binnen 7 dagen) en houden kort aan (minder dan 7 dagen). Enkele voorbeelden zijn roodheid, zwelling en korstvorming. Nadelige effecten die langer dan een maand aanhouden zijn veelal pigmentatiegerelateerde veranderingen en littekenvorming.
• Factoren die van invloed zijn op het optreden van nadelige effecten ten gevolge van risicovolle behandelingen zijn in grote lijnen terug te brengen naar kenmerken van de behandeling (bijvoorbeeld diepte en frequentie), kenmerken van de cliënt (bijvoorbeeld huidtype), alsmede naar de bekwaamheid van de behandelaar (bijvoorbeeld kennis en ervaring).
• Veldpartijen zijn van mening dat risico’s met name ontstaan bij onbekwaam handelen. Maatregelen, die het risico op nadelige effecten kunnen beperken, zouden dan ook vooral gericht moeten zijn op de behandelaar, zoals een gedegen opleiding.
• Binnen de branche van de schoonheidssalons is het volgens de veldpartijen niet geheel duidelijk wie welke behandelingen uitvoert en met welke bekwaamheid. Aangezien het veld tevens aangeeft dat bekwaamheid van de behandelaar één van de meest belangrijke maatregelen is, is duidelijkheid met betrekking tot dit punt van belang voor het beperken van risico’s.

Reactie ANBOS
ANBOS liet vandaag in een persbericht weten:
‘ANBOS is als actieve veldpartij bij dit onderzoek betrokken geweest en heeft de belangen van haar leden vertegenwoordigd. De focus van ANBOS is dat zij zich actief blijft inzetten voor de gediplomeerde schoonheidsspecialist. Sinds de invoering van de Wkkgz heeft ANBOS een klachtenfunctionaris in dienst. Analyse van de daar binnengekomen klachten leert dat het aantal problemen bij behandelingen minimaal is en vooral voorkomen bij ongediplomeerd handelen.’

Gerelateerde berichten